Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Liever niet in de luie stoel

'Beginnen?' vroeg Rasmus. 'Beginnen met wat?'
'Ach ja, mijn beste, dat had ik jullie nog helemaal niet verteld! Jullie zijn hier met een doel, vrienden. Maar om dat uit te leggen, dat gaat me nogal wat tijd kosten. Als ik jullie was, zou ik er even bij gaan zitten.' Hij friemelde wat met zijn afstandsbediening en in een andere hoek van de hal - die tot nu toe in duisternis gehuld was geweest - stonden acht comfortabele stoelen.
Ze zagen er heel zacht uit. Niet alleen zacht, maar ook precies goed wat betreft de afmetingen en de verhoudingen. Sommige stoelen zijn te recht, in andere hang je te veel achterover, weer andere hebben een leuning die net iets te kort is - in zulke stoelen zul je nooit écht ontspannen kunnen zitten, hoe zacht de kussens ook zijn.
Maar deze acht stoelen zagen eruit alsof je er héérlijk in weg kon zinken. Alsof je, als je er eenmaal in was gaan zitten, nooit meer op zou willen staan.
Waarschijnlijk zou je niet eens op kúnnen staan. Want bij de armleuningen, en bij de stoelpoten ter hoogte van je enkels, zaten stevige leren riemen. Riemen om je armen en benen mee vast te snoeren, zodat je geen vin meer kon verroeren en volledig hulpeloos zou zijn. Overgeleverd aan de genade van de Moeflon en de geschifte geleerde.
Dus. Hoe zalig die stoelen er ook uitzagen, en hoe vermoeid ik ook was na deze lange, veelbewogen dag, ik kon niets anders zeggen dan: 'Nee dank je wel, ik blijf liever staan.'
Dat zeiden we trouwens allemaal. Niet met precies dezelfde woorden, natuurlijk: mama zei "u" in plaats van "jij" en Kwetter riep "Denkt jij soms dat ik van lotje getikken ben?" Erg verstaanbaar waren we niet, maar dat gaf niks want uit onze gebaren was wel duidelijk wat we van plan waren. Namelijk: niet op die stoelen gaan zitten.
'Tsss,' deed de Moeflon met een droevig gezicht. 'Wat onbeleefd! Ik doe zóveel moeite om de meest gemakkelijke stoelen voor jullie te kopen, en jullie willen niet eens even gaan zitten? Jammer hoor! Maar ik ben bang...' Klik, zei zijn pistool (ik weet wel dat het al vaker klik heeft gezegd, en dat één keer klikken genoeg is, maar kennelijk had de Moeflon zijn wapen ontklikt toen we even met onze aandacht ergens anders waren. Bij de pratende dino, bijvoorbeeld. Geloof me: als je ooit een pratende dino tegenkomt, dan let je niet op een klikje meer of minder.) '... ik ben bang dat ik aan zal moeten dringen. Jullie gaan wél in de luie stoelen. Anders dan schiet ik jullie hartstikke dood.
Wij keken elkaar aan.
We dachten allemaal hetzelfde.
De Moeflon kirde op triomfantelijke toon: 'Ik weet wat jullie nu denken! Ja, zo goed ken ik jullie: ik weet wat jullie denken! Hoewel daar niet veel mensenkennis voor vereist is, want ik zou hetzelfde denken. Het is namelijk de enige intelligente gedachte op dit moment. Hij kan ons niet allemaal tegelijk doodschieten, dát denken jullie. Als we nu met ons allen op hem af rennen, schiet hij er een paar van ons neer, maar de rest is met meer dan hij dus dan kunnen we hem overmeesteren en dan overleven sommigen van ons het. En die paar die dood zijn, die zijn tenminste in één keer dood, in plaats van langzaam en pijnlijk. Dat denken jullie, geef het maar toe. Vooral jij, Rasmus! Jij denkt: ik heb de zwarte band, als ik die Moeflon in handen krijg is-ie nog niet jarig. Ja, ik weet dat jij de zwarte band hebt- natuurlijk weet ik dat. Maar jij weet niet wat ik heb. Nou, ik heb de Goud-gespikkelde band, en die is hoger! maar goed, dat doet er niet toe. wat er toe doet is het volgende: Jullie zijn bereid om je leven op te offeren, zodat een paar van je vrienden het kunnen overleven. Heel mooi! Heel nobel! Maar dat is de vraag niet. De vraag is...'
Met een bliksemsnelle beweging greep hij Kwetter vast en zette het pistool tegen haar hoofd.
'Zijn jullie ook bereid iemand anders' leven te offeren? Het leven van dit lieve, onschuldige meisje bijvoorbeeld? Nee, geef maar geen antwoord. Ik weet het al: dat zijn jullie niet. Ach ja, dat heb je met goeieriken. Dat is jullie zwakte! Als jullie met zijn allen op me af rennen, en ik schiet Kwetter dood, dan kunnen jullie daar wel mee leven. Maar wanneer jullie weten dat je allereerste stap wil zeggen dat er vlak voor je ogen een kogel door dit schattige koppie gaat, dan staan jullie als aan de grond genageld. Is het zo, of niet?'
Wij zwegen. Ja, het was zo.
De Moeflon kraaide van pret. 'Gaan jullie nou toch eens zitten, beste mensen! Ga toch zitten!'

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben hard aan het schrijven aan een nieuw boek