Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Het Alziend Oog

Papa, mama en Kwetter keken speurend naar het beeldscherm. Welk kereltje bedoelde ik? En: kenden zij 'm ook?
'Mij komen ze allemaal bekend voor,' zei papa. 'Maar ja, dat is niet zo gek want ik was er bij. Derde van links, kijk maar. Wacht eens even... je bedoelt toch niet mij he, met 'dat kereltje'? We weten nou onderhand wel dat ik voor meneer Dogger gewerkt heb, en...'
'Nee!' riep Kwetter. 'Hij bedoel jou niet! Nou ziet ik het ook, hij bedoel dat kereltje naast meneer Dogger.'
'Verhip,' zei mama, 'nou zie ik het ook. Je bedoelt toch die bleke dikkerd, met dat peer-vormoge hoofd, die naast Dogger zit? Waar ken ik die toch van?'
Kwetter en ik gaven precies tegelijkertijd antwoord.
Helaas kon niemand ons verstaan, want we zeiden verschillende dingen. Of eigenlijk zeiden we hetzelfde, want we gaven allebei het juiste antwoord op mama's vraag, maar we gebruikten verschillende woorden. Kwetter zei: 'Wij hebt hem geziet in het Swinefeller Hotel,' en ik zei: 'Het is Fitz, het hulpje van meneer Clusjes!'
We zeiden het nog eens, maar nu netjes na elkaar.
Toen was het de beurt van mijn ouders om tegelijkertijd iets te zeggen.
Mama zei: 'Ja inderdaad, nou zie ik het ook.'
Papa zei: 'Oh, die vergadering! Nou weet ik het weer!'
'Inderdaad,' zei de Moeflon. 'Die vergadering.'
'Zeg het maar, papa,' zuchtte ik. 'Wat was dit nu weer voor een schurkenstreek?'
'Het was een idee van meneer Clusjes,' vertelde papa. 'Hij ergerde zich enorm aan de berichten in alle kranten over boeven en misdadigers. Waarom doet de politie daar niks tegen?' vroeg hij zich af. En toen kreeg hij een briljant idee. Jullie raden nooit, wat het was.'
Mijns ondanks keek ik nieuwsgierig naar mijn vader. Ook op mama's gezicht lag een uitdrukking die bestond uit even grote delen afschuw, bewondering en nieuwsgierigheid. Clusjes was een even gewetenloze schurk als de rest van Doggers vrienden, maar hij was wél de meest geniale computerfabrikant aller tijden. Niemand, die ook maar enige interesse had in techniek, kon ontkennen dat Clusjes' ideeën weer altijd even geniaal waren. En volkomen onvoorspelbaar, zoals dat gaat bij echte genieën.
'Laat me raden,' zei Kwetter op verveelde toon. 'Hij woude een computer maken van de politie?'
'Eh... ja, inderdaad,' zei papa beduusd. 'Hoe weet jij dat nou weer?'
'Gewoon gegokken, papa. Niks om zorgjes over te maakt.'
'Nou ja, afijn: Clusjes had bedacht dat het heel handig zou zijn om alle, maar dan ook alle computersystemen aan elkaar te koppelen. Er zijn zoveel computers op de wereld - dat is bijna niet voor te stellen. Als je al die computers aan elkaar zou koppelen, dan zou ej alles weten. Over iedereen. En dat is heel fijn, want dan kun je alle misdaden oplossen. Dit super-grote computersysteem, waarvoor Clusjes de naam 'Het Alziend Oog' had bedacht, zou natuurlijk wel heel duur zijn. Daarom zocht Clusjes hulp bij meneer Dogger. Bij de rijkste bankier ter wereld. Die moest hem het geld lenen voor zijn Alziend Oog.
Dogger zag er wel wat in. Hij kon wel manieren verzinnen om winst te maken met zo'n Alziend Oog, zei hij. Ja, het zou he-le-maal niet moeilijk zijn om daar winst mee te maken.
Kort na deze vergadering werd ik overgeplaatst naar een andere afdeling, dus ik weet niet wat er mis is gegaan in de onderhandelingen, maar het is niet gelukt. Het Alziend Oog is nooit gemaakt.'
'Denkt u dat?' vroeg de Moeflon met een vreemd glimlachje.
'Dat lijkt me duidelijk,' zei papa. 'Dat hele Oog was bedoeld omm de misdaad te bestrijden, misdaden zouden geheel onmogelijk worden, en ik weet niet of u wel eens een krant leest maar de misdaad is bepaald nog niet uitgeroeid.'
De Moeflon wierp het hoofd in de nek en lachte schaterend.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want vandaag ben ik op bezoek bij het Kandinsky College in Nijmegen. Mijn oude school!