Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Help! Ik lig op niks!

Het Swinefeller auditorium was niet alleen een grote vergaderzaal, het was ook een groot hotel. Groot genoeg om alle vijfduizend vergaderaars te laten logeren. Het was bovendien een luxe hotel. Er lag tapijt op de grond, zo dik en zo zacht dat je dacht dat je op een wolk liep. Zelfs het behang op de muren was zacht en glad. Bovendien was het een beetje warm. Als je de muur aanraakte, voelde dat ongeveer net zo als het aaien van een poes. Toen Kwetter dat ontdekte, was ze niet meer van de muur weg te slaan en ze bleef er met allebei haar handen plus één wang overheen aaien, terwijl we door de eindeloze gangen van het hotel wandelden. Daar had ze al haar lenigheid bij nodig; de gangen stonden vol met antieke tafeltjes met bloemstukken en kostbare Chinese vazen erop. Er stonden dienstmeisjes met stofzuigers. Er stonden karretjes met dampende schalen vol soep en salade en dure hapjes. Kwetter klom en sprong over alles en iedereen heen zonder de muur ook maar één keer los te laten, en zonder ook maar één soepkommetje om te stoten. De kamers waren nog luxer dan de gangen. En de allermeest luxe kamer was... Nou ja, dat was natuurlijk die van meneer Clusjes. Maar twee deuren verder lag die van ons, en die was ook niet mis. Om te beginnen was het geen kamer. Ik bedoel: het was niet één kamer, het waren er vijf. Eén zitkamer en vier slaapkamers. De zitkamer had een open haard en de slaapkamers hadden allemaal een eigen badkamertje en een grote televisie. Er waren twee koelkasten: één met lekker hapjes en één met lekkere drankjes. Het tapijt was zó dik en zó zacht, dat erin zou verzuipen als je niet uitkeek. Gewoon, serieus, kopje onder en nooit meer teruggevonden worden. En de bedden waren nog zachter. Als je een tijdje op zo'n bed gelegen had, schrok je plotseling op omdat je dacht: help! Ik lig op niks! Ik hang gewoon in de lucht! Straks val ik nog te pletter! Maar dan voelde je het dekbed, en dan was je weer gerustgesteld. Het dekbed was niet zweterig warm en ook niet rillerig dun; het was precies goed. 'Joewieie!' riep Kwetter. 'Hier gaat ik een hut van bouwen!' en ze begon te slepen met stoelen en dekbedden en handdoeken. 'Goed,' zei Fitz. 'U vindt het verder wel, denk ik. Als u nog iets nodig heeft, zoals bijvoorbeeld iets te eten, belt u dan even met de mevrouw achter de balie?' Papa knikte schaapachtig en keek om zich heen. 'Waar is hier de telefoon?' vroeg hij. Fit barstte uit in een smakelijk gelach. 'Bellen met een telefóón!' hikte hij. 'Het idee alleen al! Bellen doe je toch gewoon met je computer?' Papa knikte nog schaapachtiger. 'En waar is hier de computer?' Nu stond Fitz echt te schateren van het lachen. 'Waar is de computer, vraagt-ie? Nee, die is goed!'

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!