Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Een naar gebaar

Papa keek me aan met één opgetrokken wenkbrauw.
Dat vind ik altijd heel vervelend. Het is een naar gebaar. Het wil zeggen: ik ben verbaasd. dat kan natuurlijk, mensen mogen best wel eens verbaasd zijn. Maar als je écht verbaasd bent, dan trek je twéé wenkbrauwen op. Die ene wenkbrauw wil dus eigenlijk zeggen: ik doe alsof ik verbaasd ben.
Waarom zou je doen alsof je verbaasd bent?
En vooral: waarover verbaas je je dan, zogenaamd?
Over iets wat ik net gezegd heb, allicht. Maar de verbazing komt niet doorat je plotseling iets nieuws hebt gehoord, wat je nog niet wist. Want dan ben je écht verbaasd. De nep-verbazing komt niet door wát iemand zegt, maar door wie het zegt. En het is niet zo dat papa verbaasd is dat ik er ben, of doordat ik iets zeg. Ik ben er altijd, en ik zeg zo vaak dingen.
De betekenis van die ene wenkbrauw is: tjongejonge, ongelooflijk dat jij dat zegt.
Maar niet heus dus.
Die ene opgetrokken wenkbrauw betekent eigenlijk hetzelfde als hardop zeggen: "Ik wist dat je dom was, maar dit..."
En dat is dus geen symapthieke opmerking.
Vooral niet omdat papa meestal gelijk heeft.
Hij trekt die ene wenkbrauw alleen maar omhoog als ik dingen zeg waarvan ik me achteraf realiseer dat ze niet zo heel slim waren.
Maar deze keer niet!
'Wat wij in dit laboratorium gaan maken,' zei ik, 'is slaapgas. Weet je nog dat mama dat een keertje gedaan heeft? Hoe we daarmee ontsnapt zijn aan een bende politiemannen, en ook nog bijna aan een peloton terroristen? Kwetter en ik weten intussen alles van scheikunde. Wij weten precies hoe je moleculen uit elkaar moet halen. En hoe je de atomen, die je overhoudt, weer in elkaar kunt zetten als nieuwe, andere moleculen. En we hebben hier een heel laboratorium tot onze beschikking! Dus... Ja...'
'En wat voor moleculen ga je maken?' vroeg papa, nog steeds met één wenkbrauw opgetrokken.
'Ja, slaapgas-moleculen dus. Duh.'
'Hm-hm. En welke moleculen zijn dat dan?'
'Eh...' zei ik. Dit was inderdaad een beetje een zwak punt in mijn plan. Ik wist precies hoe ik atomen aan mekaar kon knopen, maar welke atomen er in welke volgorde in het molecuul moesten... Tja...
Nee toch, he?
Papa zou toch niet gelijk hebben, met zijn rot-wenkbrauw?
'Luistert nou eens even,' zei Kwetter (die al een poosje niks gezegd had en het ook niet had geprobeerd). 'Wij bent in een laboratorium, ja? Daar lig natuurlijk altijd boekjes over moleculen en zo. Wij hoef dus alleen maar op zoek naar het goede boekje. Aan de werkjes maar!'
Wij gingen aan het werk. Of liever gezegd: wij gingen op zoek naar een boekje, waarmee we aan het werk konden gaan.
'Ik zoek natuurlijk dapper mee,'  zei papa, 'maar zullen we met z'n allen afspreken dat we niet héél teleurgesteld zijn als er geen boekje over slaapmoleculen ligt? Dat zou wel extreem toevallig zijn, namelijk. Dat soort dingen gebeurt zelfs in films of in boeken niet. Behalve dan in hele slechte films en boeken.'
'Ik hebt een boekje!' riep Kwetter blij.
'Je meent het,'  zuchtte papa.
'Ja hoor,' zei Kwetter blij. 'Maar ik weet niet of het over slaapmoleculen ga...'
Op dat moment hoorden wij woedende stemmen op de gang.
'M' en de doctor.
Ja, die bleven natuurlijk niet rustig op hun krent zitten terwijl wij hun plannen in de war schopten...

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!