Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Een hok van ijzer

We werden wakker in een hok van ijzer. Alles was donker om ons heen. 'Waar zijn we?' vroeg Gaby. 'Wij bent op een boot, denkt ik,' antwoordde Kwetter somber. 'Ik bent eerder in zo'n bak geweest. Toen Snoet mij meeneemde uit Boegoe-boegoe hebt ik drie weken in zo'n bak gezit.' 'Bak?' vroeg ik. 'Wat voor bak?' 'Wij bent in zo'n hele grote bak waarmee ze spullen over zee brengt. Ze doet een paar honderd van zulke bakken op een boot en...' 'Zee-containers,' zei Gaby. 'We zitten in een zee-container.' Ik voelde om me heen. Alles wat ik voelde was van ijzer – dat klopte alvast met Kwetter's idee. Maar al snel kwam ik tegen een muur aan, en heel snel daarna had ik nog twee muren gevonden. 'We zitten in een heel klein hokje,' kondigde ik aan. 'Zeecontainers zijn heel groot. Dus dit is geen container. Dit kán geen container zijn.' 'Je moog eigenlijk geen kindertjes in zeecontainers doen,' zei Kwetter. 'Dat weet jij toch wel? Daarom maakt boeven soms een geheim hokje achterin, en daar doet ze dan kindertjes in. Of wapens of drugs of zo.' 'Een dubbele wand,' zei ik, want zo heet dat en ik weet dat. 'Jep,' zuchtte Gaby. 'Dubbele wand. En daar zitten we drie weken in.' 'Of twee,' protesteerde ik. 'Of vier. Wie weet waar we heen gaan? Wie weet hoe lang we al onderweg zijn.' 'We zijn nog niet onderweg,' zei Gaby. We zijn nog niet eens de haven uit.' 'Oh? En hoe weet jij dat, mevrouwtje wijsneus?' Op dat moment klonk er, overal om ons heen maar toch vanuit de verte, een donker, zoemend brommen. Daarna begon het schip te bewegen. Je kon het nauwelijks merken, zo langzaam gingen we vooruit. We konden ook niet naar buiten kijken. Als je in de trein zit, kun je aan de reclameborden op het perron wel zien of je vooruit komt of niet. Hier was dat anders. Ik had geen idee of we vooruit kwamen. Maar heen en weer gingen we wel. En – het klinkt misschien gek voor iemand die maandenlang op een duikboot heeft gewoond – daar kan ik dus niet tegen. Echt niet. Ik deed heus wel mijn best om alles binnen te houden. Heel erg mijn best zelfs. Maar mijn maag was sterker dan ik. Of zwakker, 't is maar net hoe je 't wilt zeggen. In ieder geval: bloelk! De hele super-de-luxe pizza van gisteravond kwam naar buiten. Maar niet meer in de vorm van een pizza, natuurlijk. 'Zó wist ik dat,' zei Gaby. 'Als wij op zee zitten, word jij altijd ziek. Ligt er geen kots op de grond, dan zijn we niet op zee. Zo simpel is dat. En daar zitten we dan nog drie weken in. Bedankt, broer!' 'Jij moog niet gemeen doen tegen die arme Michael. Die bent heel misselijk. Dat bent zielig. Ik gaat hem kuffelen, dat gaat ik doen!' 'Dat ga je helemaal niet,' grinnikte Gaby, 'want op dit moment knuffel je mij.' 'Het bent hier ook zo donker,' klaagde Kwetter. 'Michael? Waar bent jij?' Ik zei niks. Ik was zo al misselijk genoeg. 'Bent jij hier? Oh bah nee, dit bent de pizza van gisteren. Waar... oh, aha, hierrrr, bent jij!' 'Geen tijd,' piepte ik. 'We hebben geen tijd om te knuffelen!' 'Tijd bent het enige wat we hebben,' zei Kwetter. 'Wacht eens! Ik bedenk me opeens iets!' riep ik. 'Dat zegt jij maar,' mompelde Kwetter met haar neus in mijn hals. 'Omdat jij een beetje verlegen is.' Maar ik had me echt iets bedacht

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!