Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Eh, volkomen, eh, vastgeroest, eh.

Toevallig zag ik, omdat ik dus opzij keek, het gezicht van de kapselknaap. Die leek ook niet erg enthousiast. Hij keek wel met een soort van genoegen naar het beest op het podium (puntje d'r af voor de kapselknaap), maar zo laaiend enthousiast als de rest van de zaal was hij zeker niet (puntje d'r weer bij).
Dat veranderde, vreemd genoeg, toen Alexander begon te vertellen over zijn prestatie. Wat vreemd is, want Alexander is een beetje onhandig en verlegen en zijn toespraak bestond voor een groot deel uit alle mogelijke variaties op het woordje 'Eh'. Daartussendoor vertelde hij, een beetje warrig, hoe hij op zijn idee gekomen was.
Het was allemaal begonnen tijdens zijn studententijd, begreep ik, toen hij een soort ruzie had met een professor met een ingewikkelde, buitenlandse naam die ik onmiddellijk weer vergat. Die professor was heel erg ouderwets, begreep ik, en vastgeroest. Ik had heel even het idee dat de professor een robot was, wat ik dan wel weer interessant zou vinden, maar al snel bleek dat Alexander met 'vastgeroest' precies hetzelfde bedoelde als met 'ouderwets'. Namelijk dat de professor niet vanaf dag 1 had begrepen dat Alexander een genie was en dat alles helemaal anders moest, en wel op de manier die Alexander bedacht had.
Eerlijk gezegd gaf ik die professor groot gelijk. Als een professor zo maar alles doet wat elke student verzint, dan wordt het een rommeltje volgens mij.
Als ik ooit ga studeren, dan is het wat anders natuurlijk. Want ik ben echt heel goed. Maar zo maar elke student... nee, daar kan zo'n man niet aan beginnen.
Aan de andere kant: Alexander kreeg nu wel de Nobelprijs. Dus hij had kennelijk toch gelijk gehad.
Net toen ik dat dacht, zei Alexander: ' Eh, die eh, eh, ouwe knorrepot dacht natuurlijk eh, dat -ie overal eh, alles van eh, wist,
alleen maar omdat hij eh, een Nobelprijs eh, gekregen had, maar die eh, die heb ik eh, ook, sinds eh, vandaag dus eh eh eh...' Hij keek alsof
hij nu pas besefte dat hij beter niet over de Nobelprijs van die ouwe prof had kunnen beginnen. Want als er één prijswinnaar ongelijk kan
hebben, dan kunnen er ook twéé ongelijk hebben. Dus... Ja...
'Maar goed,' ging hij snel verder. 'Wat is nu eh, precies de eh, de wetenschappelijke kant van het verhaal?'
Ik ging eens lekker makkelijk onderuit zitten op mijn stoel en probeerde aan computerspelletjes te denken. Nu zou het pas echt saai worden
namelijk.
En ja hoor, daar had je de eerste moleculen al. Ze hadden heel suffe lange namen zoals Desoxyribonucleïnezuur. Alle 'eh's verdwenen uit het verhaal, en Alexander werd steeds enthousiaster.
Met het publiek in de zaal gebeurde min of meer het tegenovergestelde.
Steeds meer mensen hingen onderuit in hun stoel en dachten aan computerspelletjes. Nou ja, de meesten dachten waarschijnlijk niet aan
computerspelletjes want daar denken keurige grote mensen veel te weinig aan. Ik heb geen idee waar grote mensen zoal aan denken want ik ben geen groot mens.
Sommigen, zoals papa bijvoorbeeld, dachten aan helemaal niets. Die zaten knikkebollend te snurken in hun stoel.
Alleen de echte vak-idioten, zoals mijn moeder, zaten met rode wangen ten luisteren.
De vak-idioten én, zag ik tot mijn verbazing, de kapselknaap. Die zat enthousiast mee te knikken, zette af en toe grote ogen op van verbazing
en maakte zelfs aantekeningen.
Goh, dacht ik. Eeen kapselknaap met wetenschappelijke interesse. Wie had dat gedacht?

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!