Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

diep in ieder mannenhart

'Ik snapt dat wel, hoor,' zei Kwetter. 'Dat jij een hekel heeft aan bazooka's. Dat bent lelijke, gemene, rottige rotdingen.'
Kwetter is best wel aardig; we hebben al een paar keer elkaars leven gered, en dat schept toch een soort van band. Ze is behoorlijk stoer, voor een meisje: ze is niet alleen leniger dan ik, maar ook sterker. Met armpje drukken moet ze bijna moeite doen om mijn arm er niet af te scheuren. Je kunt met haar lachen en ze houdt van dezelfde computerspelletjes als ik. Of nou ja, eigenlijk hou ik van zo
ongeveer álle comuterspelltjes en zij maar van een paar, maar die vinden we dus allebei leuk.
Ik wil maar zeggen: ik mag haar best wel graag. Maar... ze is een blijft een meisje. Dat zie je dus aan dit soort dingen. Dat ze bazooka's rotdingen noemt. Hoe kómt ze erop? Bazooka's zijn fantastisch!
Nou ja, beschoten worden met een bazooka, dat is natuurlijk niks. Dat is echt heel vervelend. Ik kan het weten; het is me vaak genoeg overkomen.
Nee, wacht even: ik moet heel precies en eerlijk zijn. Mijn verhaal is al ongelooflijk genoeg. Als ik niet de juiste woorden gebruik, gelooft niemand me meer. Dus, voor de volledigheid: ik ben niet beschoten met een bazooka. Want 'bazooka' is de naam van een ouderwets wapen, en ik ben natuurlijk beschoten met moderne wapens.
En die noem je officieel geen bazooka's maar raketwerpers.
Maar elk jongetje ter wereld voelt meteen aan dat het woord 'bazooka' zó enorm veel beter is het woord 'raketwerper'. Het is moeilijk uit te leggen, waar 'm dat in zit. Je wordt er gewoon enthousiast van. Diep in ieder mannenhart begint iets te trillen en te zoemen bij het woord bazooka. Een warme gloed trekt door je heen bij alleen al het horen van dat woord.
En hoe veel fijner is het niet om een bazooka af te vuren! Schieten met een geweer, dat geeft terugslag en narigheid. Blauwe plekken op je schouder en suizende oren. Maar een bazooka doet alleen maar woesj, en als je een beetje pech hebt verschroeit-ie je
wenkbrauwen. De knal en de pijn komen allemaal terecht waar ze horen: bij degene waar je op schiet. Maakt niet uit of-ie in een tank zit
(behalve als dat een Knalhapper Plus is, natuurlijk). Of als-ie zich verstopt achter een bakstenen muur. Met een bazooka krijg je hem wel
te pakken. Dat is toch geweldig?
Maar juist omdat ik bazooka's geen rottige rotdingen vind, was ik zo nijdig.
Woedend klauterde ik de metalen trap op naar het het luik dat, om het zo maar eens te zeggen, ons tot voordeur dient.
Het luik stond open. Warm zonlicht stroomde naar binnen, want we waren niet onder water.
Ik sprong naar buiten, het dek op.
En ja hoor, daar zag ik precies wat ik verwacht had.
'Papa,' riep ik boos. 'Ik mocht deze keer met de bazooka schieten.'
Papa legde zijn bazooka neer en keek me streng aan. 'Als jij af en toe netjes de wacht zou houden, in plaats van de hele dag
computerspelletjes te doen, dan zou je ook een reden hebben om met de bazooka te schieten, knul. Het is geen
speelgoed.'
'Pfff, een reden. Je zit gewoon zeemeeuwen uit de lucht te schieten.'
'Was het maar waar, jongen, was het maar waar. Maar ik heb slecht nieuws. De schurken hebben ons gevonden.'

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!